Een dag in het MTB museum

Een mountainbike hoort thuis op de trails, en niet in een museum. Maar het Mountainbike Museum is de uitzondering op die regel. Honderden bikes vertellen hier het verhaal van de sport, vanaf het prille begin tot en met het heden. Een bezoek hoort op de bucket-list van elke gepassioneerde mountainbiker, en ik had onlangs het genoegen om dit item af te vinken.

TEKST EN FOTO'S: MICHEL ROMEN

Je staat er waarschijnlijk niet vaak bij stil, maar inmiddels bestaat de mountainbike al best een tijdje. In de jaren zeventig was er in de VS een aantal pioniers die met zelfgebouwde fietsen, Klunkers genaamd, de heuvels van Marin County in Noord-Californie onveilig maakten. Die beweging, een bont gezelschap van hippies, sporters en ondernemers, heeft de mountainbike daadwerkelijk uitgevonden. Velen van hen hebben een immense bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de mountainbike, en sommigen zijn er tot op de dag van vandaag bij betrokken.


De oudste exemplaren uit de collectie dateren uit begin jaren '80 

Op het moment van schrijven is de mountainbike dus ongeveer een halve eeuw oud, en doorontwikkeld van een samenraapsel uit fiets- en motoronderdelen tot een technologisch hoogstaand en uitermate efficient vehikel. En hoewel de nieuwste fietstechniek indrukwekkend is, waren de ontwikkelingen tijdens de eerste mountainbike-boom (grofweg tussen 1985 en 2000) minstens net zo interessant. Op ieder gebied werd gezocht naar verbetering - wielen, remmen, vering, aandrijving, ga zo maar door. Er werd volop geëxperimenteerd en gezocht naar mogelijkheden om de mountainbike te verbeteren. Van remmen met ABS-functie tot bikes met tweewielaandrijving, en van elevated chainstays tot wielen met dubbele banden. Allerlei concepten werden uitgeprobeerd en niets was heilig - behalve de 26” wielmaat misschien (al weten we natuurlijk hoe dat is afgelopen). Het waren wilde tijden, en niet alleen qua ontwikkeling van de fietsen: de mountainbikescene was bijzonder kleurrijk, en wedstrijden en events waren niet zelden het decor voor uitbundige feesten.


Eén van de legendarische Yeti's, natuurlijk met kleurrijke afmontage, Tioga Disk Drive en Manitou voorvork

Als mountainbiker sinds begin jaren negentig, was ik getuige van die zinderende ontwikkeling van de sport. Net iets te jong om de nieuwste snufjes te kunnen betalen, droomde ik elke nacht van de meest begeerlijke componenten zoals een set Bubbahubs naven van Ringlé, een iconisch crankstel van Cook Brothers of een exotische (en natuurlijk kleurrijk geanodiseerde) derailleur van Paul’s.

Met het spaargeld van mijn krantenwijkje zat het er allemaal niet in, maar ik kon me de goedkopere alternatieven permitteren en - veruit het belangrijkste - rijden. Uiteindelijk heb ik zo wel grondig leren sleutelen, en ontdekt dat een fiets niet peperduur hoeft te zijn om plezier te hebben op de trails. Sommige onderdelen heb ik later gekocht, maar voor de meeste droomparts uit mijn jeugdige mountainbikejaren bleef het bij dromen.


Deze Onza "Chill Pill" is een voorbeeld van de vele fraaie details op de museumbikes. De oplettende kijker herkent wellicht ook de cantilever-remmen van Grafton

Groot was mijn enthousiasme dan ook, toen ik hoorde over het Mountainbike Museum in Arnhem. Een plek waar vele honderden mountainbikes van de afgelopen vijf decennia verzameld waren. Daar moest ik gauw eens naartoe! Het duurde toch nog een paar jaar voordat dit bucketlist-item concreet op mijn agenda stond, maar in april 2022 was het dan zover. Camera ingepakt en na twee uurtjes snelweg stond ik voor de deur.


Zo zag menig mountainbikers' droomvork eruit rond 1992. Pace RC-35 met elastomeer vering, 45mm veerweg

Wie Mountainbikemuseum zegt, zegt Jeroen van Roekel. De voormalig zelfstandig ondernemer gooide, in een vlaag van ongeremde passie voor de mountainbike, in 2014 het roer om en richtte het Mountainbike Museum op. Het pand (een voormalig schoolgebouw) werd hem voor zijn plannen door de gemeente Arnhem gegund, en niet veel later trok hij er met zijn unieke en snel groeiende collectie mountainbikes in.

Het museum zou niet compleet zijn zonder de iconische fietsen van Gary Klein

Ik tref Jeroen direct bij binnenkomst en krijg gelijk een stuk appeltaart aangeboden. Over een warm onthaal gesproken! Jeroen vertelt honderduit over zijn achtergrond in de mountainbikescene, en hoe het museum tot stand is gekomen. Zijn collectie is zo rijk en groot, dat grootheden zoals Gary Fisher, Tom Ritchey en Joe Breezer - pioniers uit de tijd van de klunkers - Jeroen kennen. Ze stuurden hem zelfs persoonlijke videoberichten om hem te feliciteren met het 5-jarig jubileum van het museum.

Even later leidt Jeroen me rond door het museum, en ik voel me gelijk thuis. Deze plek doet me denken aan mijn favoriete fietswinkels uit de jaren negentig, en ziet eruit zoals een fietsatelier eruit hoort te zien: een visuele kakafonie van bikes, frames, wielen, onderdelen en nog meer onderdelen, die stuk voor stuk een technologisch danwel esthetisch statement maakten - en veelal nog steeds maken.


Chris Chance bouwt al decennia lang kunstwerken

Het heeft geen zin om voorbeelden te noemen, maar toch: wat te denken van de vooruitstrevende Mountaincycle San Andreas, de bizarre Slingshot, verschillende unieke Yeti’s en iconische Klein’s, enkele obscure Fat Chance’s, Hanebrink’s fatbike-avant-la-lettre, de gearticuleerde voorwielophanging van Whyte - de ene na de andere unicorn uit de mountainbike-oudheid passeert de revue. Creatieve, innovatieve en soms artistieke objecten, die impact hebben gehad op de evolutie van de mountainbike. Vele ervan waren hun tijd ver vooruit. Als je de prille ontwikkeling van de mountainbike hebt beleefd zoals ik, dan gaat je hart hier beslist sneller van kloppen.

De afmontage van praktisch elke museumbike is om van te watertanden. Een Serotta met Paul's derailleurs, Cook Bros. crankstel, Syncros kettingbladen, enzovoorts...

Om over de onderdelen nog maar te zwijgen: vrijwel alle fietsen zijn van voor tot achteren uitgerust met de meest begeerlijke componenten uit hun tijdperk. Ook hier doet een opsomming van voorbeelden de exuberante verzameling te kort, maar reken maar dat je hier elk “cult”-onderdeel uit de geschiedenis van de mountainbike terugvindt - in veelvoud. Bovendien vaak in onberispelijke staat. Wonderlijk, als je bedenkt dat bijvoorbeeld banden na enkele ritjes al niet meer museumwaardig zijn…


Fatbike, anyone? Hanebrink E/T (Extreme Terrain) Bicycle uit circa 1993, met 22x8" banden, dubbele kettingoverbrenging en een in eigen huis ontwikkelde "Headshock" voorvork

Het Mountainbike Museum is niet alleen een verzameling fietsen, het vertelt een verhaal. Het verhaal van de mountainbike, van zijn geboorte tot de hightech machine die het nu is. De fietsen nemen je mee van de bakermat in Noord-Amerika, langs westerse ontwikkelingen en via de productie in het verre oosten, naar sportieve hoogtepunten uit de hele wereld. De collectie toont doorslaggevende innovaties en technische details die hun tijd ver vooruit waren, zoals de eerste full-suspensions, fatbikes uit de jaren negentig en een dropper post uit de jaren tachtig (!).


Ook bij de voorwielophanging werd volop geëxperimenteerd, getuige deze constructie van Whyte. Omstreeks 2000, veerweg 100mm, Fox schokdemper en antidive-functie

Je moet weten waar je vandaan komt, om te weten waar je naartoe gaat, zeggen ze. Met die gedachte zou iedere mountainbiker, en zeker iedereen die in de mountainbikeindustrie actief is, het Mountainbike Museum eens moeten bezoeken. Zien waar de sport vandaan komt, welke ontwikkelingen een succes zijn geworden en welke niet - hier ligt een schat aan informatie. En ben je een nieuwkomer in de mountainbikesport, met op zijn minst een klein beetje interesse in de techniek? Ook dan is het leuk om de bonte geschiedenis van de fietsen te ontdekken. Als je er een stuk voor moet rijden, combineer je bezoek dan met een rondje over de aanpalende MTB-route, of bezoek nabijgelegen hotspots zoals de routes op de Veluwe, Nijmegen of bikepark Mook.


GT heeft altijd een eigen koers gevaren met spraakmakende ontwikkelingen, zoals deze GT LTS Thermoplast

En de toekomst? In al zijn uitbundigheid denk ik dat het Mountainbike Museum nog volop potentie voor ontwikkeling heeft. De aanwezige collectie is fantastisch, maar het zou mooi zijn om wat meer exoten en experimenten van na de millenniumwisseling te zien. Daarbij gaat het er niet per sé om, nog meer bikes op display te hebben. Regelmatig wisselen en het organiseren van thema-exposities zullen het publiek geboeid houden, zonder een overdaad aan bikes in het museum. Naast fietsen en onderdelen zou het ook mooi zijn om andere relikwieën van de sport te zien, zoals kleding, wedstrijdgeschiedenis, en media. Er is door de jaren heen zóveel foto- en videomateriaal gemaakt, je zou eindeloos beelden kunnen tonen. Ook zou het museum zijn functie als ‘hub’ in de nationale MTB-community verder kunnen uitbouwen, bijvoorbeeld door meer nadruk op trainingen, opleidingen en events te leggen. En wellicht een brug naar de jeugd en het onderwijs slaan; wat te denken van een pumptrack voor de deur, of een groepsles hoe-bouw-je-een-fietswiel voor basisschoolleerlingen?


Vooruit, eentje nog - omdat geanodiseerd aluminium nooit gaat vervelen...

Ook Jeroen denkt, samen met zijn team van vrijwilligers, over de toekomst na. Het is prachtig om het verhaal van de mountainbike te vertellen, maar het is ook een uitdaging om hiermee het hoofd boven water te houden, laat staan iets op te bouwen wat nog vele jaren mee kan. Het museum is daarom sinds 2019 tevens operationeel als trailcenter aan de MTB-route van Arnhem, met faciliteiten zoals horeca, fietsverhuur, douches en kleedruimtes voor mountainbikers. Een slimme zet die helpt om het museum op de kaart te zetten, en een bescheiden verdienmodel toevoegt. Hopelijk is er daarnaast voldoende animo om ooit het stokje van Jeroen over te nemen en het internationaal erkende, culturele erfgoed van de mountainbikesport te blijven beschermen en uit te breiden.

www.mountainbikemuseum.nl

Deel dit artikel
Tags bij dit artikel