De geschiedenis van de dropper post

De dropperpost of verstelbare zadelpen is inmiddels ingeburgerd. Steeds meer mountainbikers zien er het nut van in, en steeds meer mountainbikes worden er standaard mee uitgerust. Toch is het concept van de dropperpost haast net zo oud als de mountainbike zelf. Een korte duik in de geschiedenisboeken.

TEKST: MICHEL ROMEN
FOTO'S: MICHEL ROMEN / HITE RITE / GRAVITY DROPPER / SRAM / EIGHTPINS

De oerknal

De mountainbike is geboren in de jaren ‘70, toen een gezelschap van sporters, hippies en ondernemers in de heuvels van Marin County de geneugten van het offroad fietsen ontdekten. Op hun zogenaamde Klunkers, fietsen gebouwd uit BMX-, racefiets- en motoronderdelen, verreden ze afdalingswedstrijden op de legendarische Repack Downhill, en door de unieke mix van talenten was deze community verantwoordelijk voor tal van ontwikkelingen.

Twee van deze pioniers, Joe Breeze en Josh Angell, zagen in dat een bepaalde zadelhoogte het meest effectief is tijdens het klimmen, maar een aanzienlijke beperking vormt bij steile afdalingen. Met een snelspanner kon je het zadel weliswaar gemakkelijk verstellen, maar daarvoor was het noodzakelijk om te stoppen en af te stappen. Ze bedachten daarom in 1984 de Hite-Rite: een eenvoudige spiraalveer die bovenaan met een klemband rond de zadelpen werd bevestigd, en aan de onderkant op de as van de zadelsnelspanner vast zat. Als je de snelspanner opende en op het zadel ging zitten, dan zakte het omlaag en werd de veer op spanning gezet. Kwam je met geopende snelspanner uit het zadel, dan veerde het weer omhoog naar zijn oorspronkelijke positie. En in al zijn eenvoud zorgde de veer er ook voor dat het zadel in de juiste richting bleef staan. De Hite-Rite was beschikbaar in verschillende uitvoeringen, met een verstelbereik van circa 90 tot 140mm.


Een advertentie voor de Hite-Rite uit 1985, in het magazine Fat Tire Flyer

De Hite-Rite was een aardig succes, en werd al gauw af-fabriek gemonteerd door grote merken zoals Fisher, Specialized, Trek en Cannondale. In 1989 ontwikkelde de firma IRD een interessante toevoeging voor de Hite-Rite. Hun Remote QR was in feite een snelspanner die je via een kabel vanaf het stuur kon bedienen.

De Hite-Rite was een simpele maar briljante oplossing om in een handomdraai meer bewegingsvrijheid te creeren, en hij was zijn tijd ver vooruit - zeker in combinatie met de Remote QR. Helaas verschoof de industrie in de jaren negentig zijn aandacht naar de cross-country discipline, waarbij een laag gewicht belangrijker was dan extra bewegingsruimte tijdens het afdalen. Daarmee werd het nut van een verstelbare zadelhoogte al gauw uit het oog verloren - en daarmee de Hite-Rite zelf ook.

 

 

Een nieuw millenium, een nieuwe trend

Met de evolutie van de geometrie, componenten en veersystemen van mountainbikes, kwam omstreeks het jaar 2000 het afdalen weer meer in trek. Freeride was de nieuwe trend, en in de zoektocht naar de meest radicale afdaling werden de grenzen opgezocht van mens, materiaal en de natuurwetten. De gemiddelde mountainbiker kon de grootte van drops en jumps in de media amper bevatten, maar het imago van de sport kreeg een boost en de nieuwsgierigheid voor het afdalen groeide.

Die trend zette de Amerikaan Wayne Sicz in 2002 ertoe aan om de Gravity Dropper te ontwikkelen. Gebaseerd op het principe van een bureaustoel, was zijn creatie een van de eerste met een telescopische constructie. Intern zorgde een pen-en-gat mechanisme voor de (de)blokkering, en bracht een spiraalveer het zadel weer snel omhoog. De Gravity Dropper had aanvankelijk een verstelbereik van 75mm en kon met een knop aan het stuur (of onder het zadel) worden bediend. Je kon kiezen tussen de hoogste of de laagste stand, en een tussenpositie waarbij het zadel 25mm zakte. De mechanische constructie voelde solide en was dankzij zijn eenvoud ook degelijk, en een rubberen “harmonica”-huls hield de modder buiten. Maar ook al is de Gravity Dropper nog steeds te koop, toch is het nooit een doorslaand succes geworden.


De Gravity Dropper (foto: Gravity Dropper)

Een paar jaar later, in 2004, kwam een andere Amerikaan met een dropperpost op de markt. Niemand minder dan Paul Turner, de oprichter van het welbekende veringmerk RockShox, werkte onder de merknaam Maverick aan verschillende producten, waaronder de Speedball dropperpost. Ook hij gebruikte het principe van de bureaustoel, maar dan met een luchtveer en een hydraulische blokkering waarmee je het zadel traploos 75mm kon verstellen. Hoewel complexer en gevoeliger voor defecten dan de Gravity Dropper, leverde de “hydropneumatische” constructie van de Speedball wel een meer intuïtieve bediening op. Of toch op zijn minst in de versie met een knop aan het stuur; het alternatief was een hendel onder het zadel, waardoor de rijder ogenschijnlijk naar zijn kruis moest grijpen om het zadel te verstellen… De Maverick Speedball was desalniettemin een duidelijke stap in de goede richting. Na 2007 werd de Speedball overgedragen aan componentenmerk Crank Brothers, dat hem omdoopte tot de Joplin en het verstelbereik uitbreidde naar 100mm.


De Maverick Speedball, hier in de versie met hendel onder het zadel

Een serieuze gooi naar eeuwige roem deed de Specialized Command post in 2009. Deze leek van buitenaf veel op de Maverick Speedball, maar had een volledig mechanisch binnenwerk, dat wel luchtdruk gebruikte om het zadel omhoog te bewegen. Het zadel kon wel alleen in vooraf bepaalde posities kon worden versteld: 0mm drop (helemaal boven), op 35mm drop (Cruiser Position) en 100mm drop (helemaal beneden). De Command Post wordt nog steeds verkocht en werkt met hetzelfde mechanisme, dat over het algemeen redelijk goed wordt gewaardeerd. Toch is het succes bescheiden gebleven, wat vooral komt doordat het met de merknaam Specialized erop nooit een OEM-onderdeel kon worden voor andere fietsmerken. Je kwam ze daarom alleen tegen op de eigen fietsen, of als aftermarket-onderdeel te koop bij Specialized-dealers.

 

De doorbraak

In de 00’s was de verstelbare zadelpen de categorie “gadgets” definitief ontgroeid, en in 2010 was het veringfabrikant RockShox die met de Reverb de dropperpost voor de massa uitbracht. Een hydraulisch ge(de)blokkeerde zadelpen met luchtveer, die bovendien hydraulisch werd bediend: de knop aan het stuur bediende via een olieleiding de klep in de zadelpen.


De eerste generatie RockShox Reverb had een externe hydraulische aansluiting, die al gauw een kwetsbaar punt bleek

De eerste Reverb scoorde op papier hoge punten, maar bracht in de praktijk wat nadelen met zich mee. Zo zakte de zadelpen na verloop van tijd in, doordat luchtbellen ingesloten raakten in een van de hydraulische kamers. De bedieningsleiding werd oorspronkelijk aangesloten op het bewegende deel van de zadelpen, vlak onder het zadel, wat al gauw een kwetsbaar punt bleek. Ook moest de hydraulische aansturing op den duur, of na het inkorten van de leiding, worden ontlucht. Of de hydraulische bediening het succes heeft bevorderd valt dus te betwisten, maar de Reverb werd als eerste dropperpost op grote schaal door fietsfabrikanten standaard gemonteerd.


De Reverb Stealth was de logische opvolger van de eerste generatie Reverb's (foto: SRAM)

Het duurde niet lang voordat RockShox de verbeterpunten inzag en de Reverb Stealth lanceerde: bij deze versie liep de leiding door het frame naar de onderkant van de zadelpen. Een degelijker oplossing, waarvoor framebouwers al gauw de benodigde openingen voor de leiding implementeerden. Ook groeide het verstelbereik in de loop der jaren van de oorspronkelijke 125mm naar een maximum van 200mm, en is er inmiddels zelfs een variant met draadloze bediening - de Reverb AXS

 

De concurrentie

Op het moment van schrijven zijn er talloze dropperposts op de markt, die beslist niet onderdoen voor de RockShox Reverb. KindShock of KS verdient hier vermoedelijk de eerste vermelding. Dit Taiwanese bedrijf schijnt zelfs de eerste dropperpost van het “bureaustoeltype” te hebben gecreëerd in 1998 (!), die voor het grote publiek helaas onopgemerkt bleef. Anno nu heeft KS een breed assortiment aan betrouwbare, mechanisch bediende dropperposts in diverse diameters en lengtes.


KindShock doet niet onder voor de bekende namen in de dropper-industrie

Fox Racing Shox, de andere grote veringfabrikant uit de VS, produceert de Transfer die (zoals de meeste dropperposts) met een eenvoudige kabel wordt bediend en ontzettend soepel functioneert. Remmenfabrikant Magura heeft de Vyron eLECT, die ook met een draadloze aansturing werkt. De PNW Coast Suspension heeft binnen het verstelbereik ook enkele centimeters veerweg - een zinvol concept dat RockShox inmiddels ook voor gravel droppers toepast.


De Magura Vyron eLECT wordt draadloos aangestuurd, net als de RockShox Reverb AXS

En dan zijn er nog de modellen van het eigen merk van fietsfabrikanten (vaak van Aziatische leveranciers zoals Tranz-X), en de kleinere makers van dropperposts, zoals Crank Brothers, PNW, OneUp Components, BikeYoke, DT Swiss, etc. etc.

 

 

De toekomst

Ook al zijn er een hoop spelers op de markt, er blijft ruimte voor verbetering en innovatie. Voor het hydropneumatische concept lijken de voornaamste kinderziektes (zoals het op den duur inzakken, en uittrekken vanuit lage positie) nog maar net opgelost. Betrouwbaarheid, langere onderhoudsintervallen, een groter of instelbaar verstelbereik en een lager gewicht: op allerlei gebieden is er nog vooruitgang te boeken.

Mogelijk brengt een nieuwe standaard voor de diameter van de zadelbuis nieuwe kansen: een grotere diameter levert meer stijfheid op, en meer ruimte voor het mechanisme. Het Oostenrijkse Eightpins ontwikkelde om die reden een concept waarbij de zadelbuis van een (daarvoor geschikt) frame deel structureel uitmaakt van de dropperpost.


Eightpins ontwikkelde zijn eigen standaard voor een in het frame geïntegreerde dropperpost (foto: Eightpins)

Een ander interessant concept zou een volautomatische dropperpost zijn, die ook omlaag schuift met een druk op de knop (dus zonder het zadel met je lichaamsgewicht omlaag te duwen). Dit zou echter hoogstwaarschijnlijk een elektrische of pneumatische krachtbron nodig hebben, wat doorgaans complexiteit en extra gewicht met zich meebrengt. Daarnaast is het de vraag of een automatisch zakkend zadel niet ook veiligheidsrisico’s oplevert. Je zult maar in volle vaart op het zadel willen gaan zitten, dat per ongeluk is weggeschoven - om vervolgens met je zitvlak op de achterband terecht te komen…

Tot slot is het interessant om te zien dat de dropperpost ook in andere wielersporten binnendruppelt. Op gravelbikes worden ze al vaker gemonteerd, maar ook in het wegwielrennen ziet men voordelen: Matej Mohoric dichtte zijn recente overwinning in de wielerklassieker Milaan-San Remo zelfs toe aan zijn verstelbare zadelpen. Die had hij specifiek voor een technische afdaling laten monteren, en de dropperpost bezorgde hem meer bewegingsvrijheid, wat zowel bijdroeg aan zijn wendbaarheid, als zijn aerodynamica. Het zal niet lang duren voordat er meer dropperposts in het peloton opduiken.

Al met al heeft de dropperpost zijn bestaansrecht ruimschoots bewezen, en is er volop potentie om dit onderdeel te verbeteren en het rijden nog leuker, sneller en veiliger te maken.

Deel dit artikel
Tags bij dit artikel